Breng je veronderstellingen in kaart

Waarom veronderstellingen in kaart brengen?

Wanneer je samen met collega’s een probleem wil aanpakken, ga je al snel brainstormen naar oplossingen. Je maakt een paar beslissingen en wil meteen aan de slag. Maar is wat je denkt te weten wel juist? Klopt het wel dat de oplossing die je voorstelt ook echt aansluit bij de noden van je doelgroep? Neem even de tijd om stil te staan bij de basis, je kan de veronderstellingenkaart gebruiken om je bewust te worden van je eigen veronderstellingen en om ze om te zetten naar onderzoeksvragen.

Aan de slag!

1. Maak individueel een lijst van alles dat je al weet of denkt te weten over het probleem, de doelgroep en een mogelijke oplossing. Schrijf één veronderstelling per post-it. Weet je niet waar te beginnen? Start dan een zin met “Ik denk dat …” of “volgens mij wil de gebruiker …”
2. Verzamel de post-it’s in groep en plak ze door elkaar op de linkerhelft van de template. Welke komen vaak terug? Zijn er veronderstellingen waar je zelf nog niet aan gedacht had? Kan je nog andere toevoegen?
3. Sorteer de post-it’s in drie categorieën:
   1. Feiten: Wat weet je al zeker en kan je aantonen met cijfers of onderzoek?
      Bijvoorbeeld: 11% van onze burgers maakt gebruik van het Digipunt.
      Bijvoorbeeld: We kregen vorige maand 21 telefoontjes over de infopagina van het recyclagepark.
   2. Veronderstellingen: Wat denk je te weten of neem je aan? Stel elkaar zeker in vraag: “Is dat wel zo?”
      Bijvoorbeeld: Er zijn burgers in onze gemeentes die digitale hulp nodig hebben, maar de weg niet vinden naar het Digipunt.
      Bijvoorbeeld: De openingsuren van het recyclagepark zijn moeilijk te vinden en te begrijpen.
   3. Vragen: Wat wil je te weten komen in je onderzoek en aan je doelgroep vragen?
      Bijvoorbeeld: Welke cursussen zouden burgers graag volgen in het Digipunt?
      Bijvoorbeeld: Welke informatie willen burgers snel vinden over het recyclagepark?
4. Maak een keuze. Welke veronderstellingen wil je eerst aan een test onderwerpen? Zijn er vragen die je snel beantwoord wilt zien? Kies 1 tot 3 veronderstelling om te onderzoeken.

Verwerken en toepassen

Je hebt een keuze gemaakt en je weet op welke veronderstelling(en) je je wilt richten. Zet ze in de volgende stap om in vraagvorm, zodat je een concrete onderzoeksvraag krijgt: Vergroot en verklein je onderzoeksvraag

• Wat wil je precies weerleggen, bevestigen of bijsturen?
• Welke inzichten heb je daarvoor nodig?

Op basis daarvan kan je:

• een gepaste onderzoeksmethode kiezen: Welke methode gebruik je wanneer?
• een leidraad opstellen: Maak je vragenlijst op

Herhaal deze oefening regelmatig in je project, bijvoorbeeld wanneer je ideeën bedenkt voor een oplossing of een gebruikerstest plant. Gaandeweg kun je steeds meer veronderstellingen verplaatsen naar de kolom met feiten.