5 technieken om tot creatieve ideeën te komen

Kwantiteit boven kwaliteit

Begin met het bedenken van zoveel mogelijk ideeën.

• Na het onderzoeken van het probleem en de noden van de betrokkenen, begin je met het bedenken van oplossingen. Gebruik wat je hebt geleerd om creatieve ideeën te ontwikkelen.
• Creativiteit gaat niet alleen om het bedenken van het beste idee. In deze fase is het belangrijk om veel ideeën te verzinnen, zonder je al zorgen te maken over hoe goed ze zijn. Focus eerst op het hebben van veel ideeën, zodat je verschillende mogelijkheden kunt verkennen.

Begin breed en gebruik diverse technieken om zoveel mogelijk ideeën te verzamelen. Deze fase heet divergeren. Door veel ideeën te genereren, doorbreek je de voor de hand liggende oplossingen en creëer je vernieuwende, interessante ideeën.

Er zijn heel veel technieken om ideeën te bedenken. Probeer eens één van deze 5 technieken uit:

1. Doorgeef-ideeën: ideeën delen zonder spreken

• Schrijf of teken individueel 3 ideeën in 3 minuten, in stilte.
• Geef je ideeën zonder uitleg door aan iemand anders.
• Bouw voort op de ideeën die je ontvangt en voeg nieuwe toe.
• Na 3 rondes bespreek je samen alle ideeën.

2. Gebruik beperkingen

• Schrijf of teken individueel ideeën in 4 rondes van 1 minuut. Bij elke ronde krijg je een specifieke beperking. Bijvoorbeeld: de oplossing is duur, is snel uitvoerbaar, is geïnspireerd door een spel of robot…
• Na 4 rondes bespreek je samen alle ideeën.

3. Crazy 8

• Vouw een A4 papier in 8 delen. Start een timer van 8 minuten.
• Start met het schetsen van een idee per rechthoek en probeer om elk vakje te vullen (individueel). Je hebt 8 minuten om 8 ideeën te schetsen.
• Na 8 minuten bespreek je samen alle ideeën

4. Lotusbloem

De lotusbloesem helpt je om ideeën te ontwikkelen door rondom een centraal thema of uitdaging steeds meer gerelateerde ideeën te bedenken.

• Bepaal de centrale uitdaging en plaats deze in het midden van een groot blad papier
• Bepaal mogelijke vereisten of eigenschappen van de oplossing (zaadjes) en plaats deze in de 8 vakken rond de centrale uitdaging bv. toegankelijk voor iedereen.
• Zoek naar goede voorbeelden voor elk van deze 8 zaadjes en plaats deze op post-its rond het zaadje bv. visuele communicatie in coronatijd

5. Prikkelkaarten

Prikkelkaarten zijn kaarten met vragen. Ze worden gebruikt om jezelf, je collega’s en je ideeën uit te dagen. Ze zijn handig voor workshops en denksessies. De vragen op deze kaarten uit de fysieke toolbox zijn gebaseerd op de “Good Services Scale” van Lou Downe. Die schaal helpt om te beoordelen of een dienst goed ontworpen is voor de gebruikers.

• Kies kaarten die passen bij je ontwerpuitduitdaging
• Laat iedereen in de groep een kaart trekken en deel de vraag.
• Gebruik de vragen op de kaarten om je ideeën verder te verkennen.

Je hebt veel ideeën verzameld, wat nu?

• Deel en verduidelijk je ideeën: Bespreek alle ideeën zonder ze te beoordelen. Stel elkaar vragen om het doel en de belangrijkste kenmerken van elk idee te begrijpen.
• Groeperen en benoemen: Breng de ideeën samen in clusters op basis van gemeenschappelijke kenmerken of doelen. Maak foto's van de clusters en geef ze een naam of thema.