Begin bij jezelf
Het is net als in het vliegtuig: zet altijd eerst je eigen zuurstofmasker op, voor je een ander wil helpen. Probeer dus eerst je eigen inzichten in mediaopvoeding te verruimen en de vinger aan de pols te houden, zodat je ouders kan helpen om hetzelfde te doen. Dat kan op verschillende maniere
- Ontdek wat er leeft bij kinderen en jongeren. Wat doet de jeugd allemaal op het internet? Hoe gaan ze om met sociale media? Waar zijn ze snel mee weg en wat vinden ze nog moeilijk? Stel vragen en kijk af en toe mee.
- Probeer nieuwe games en hypes zelf uit. Verzamel je team en zoek samen uit wat er toch zo leuk is aan die game of hype. Zo kom je te weten hoe het werkt en kan je meepraten met de jeugd.
- Volg lezingen, vormingen en workshops. Via het Mediamenu kan je als professional lezingen en inspiratiesessies volgen over het online leven van kinderen en jongeren.
Erken dat ouders met vragen zitten
Elke ouder voedt zijn kinderen anders op. Daarnaast is mediaopvoeding ook voor ouders die zelf helemaal ‘mee’ lijken te zijn met media niet altijd vanzelfsprekend. Probeer dus niet verbaasd of geërgerd te reageren als je overspoeld wordt door vragen van ouders.
Vertel hen in de eerste plaats dat ze zelf al mediawijzer zijn dan ze misschien wel denken. Volwassenen hebben bijvoorbeeld de vaardigheid om kritisch na te denken over media – iets waar kinderen nog wat hulp bij kunnen gebruiken. Ook hoeven ze heus niet alle antwoorden en oplossingen voorhanden te hebben. Bijleren kan altijd, ook samen met je kind!
Stimuleer een positieve houding
De online wereld zal niet snel weer verdwijnen. Veeleer dan kinderen weg te houden van media, kan je als opvoeder al die schermen maar beter omarmen. Laat blijken aan ouders dat ze al ver kunnen komen door simpelweg interesse te tonen. Door open vragen te stellen (zoals “Wat heb je vandaag ontdekt op het internet?”), ontdekken ze waar hun kind zoal mee bezig is. Zo’n positieve houding spoort kinderen ook aan om uit zichzelf naar hun ouders te stappen als ze met vragen zitten.
Benadruk dat ouders meer weten dan ze denken
Wanneer ouders zelf niet goed mee zijn met de digitale wereld, denken ze soms dat ze hun kind op dit vlak niet kunnen begeleiden. Maar om je hardop vragen stellen bij media(gebruik) hoef je zelf geen expert te zijn of de nieuwste trends te kennen. Ouders kennen hun kind zelf het beste en kunnen prima inschatten wat het al dan niet nodig heeft om op een fijne én kritische manier met media om te gaan. Wanneer ze hun buikgevoel volgen en open met hun kinderen in gesprek gaan, kunnen ze al veel bereiken. Daarnaast kan de mediagroeilijn ouders versterken.
Benadruk dat media veel kanten hebben
Ouders zien schermtijd vaak als iets passiefs en eentonigs. Maar dat hoeft zeker niet zo te zijn. Kinderen kunnen op honderden manieren aan de slag met een scherm: zelf een filmpje maken en monteren, je leesvaardigheid oefenen via een app, een educatieve game spelen, … Je kan dus écht wel iets leren van een scherm!
Moedig ouders aan om hun kind op verschillende manieren te laten kennismaken met een scherm en daar ook zelf aan deel te nemen. Niks zo leuk en leerrijk als samen met je kind op ontdekking gaan. Is hun grootste zorg juist dat hun kind té veel met een scherm bezig is? Geef hen dan de tip mee om genoeg alternatieven te voorzien, zoals activiteiten met het gezin.
Reik tools en bronnen aan
Hoewel ouders vaak dezelfde zorgen hebben, heb je daarom nog niet altijd een pasklaar antwoord. Vaak is communicatie tussen ouder en kind daarvoor de oplossing: om helder te communiceren over de regels in huis, of om samen op zoek te gaan naar nieuwe regels. Gelukkig zijn er een aantal tools en bronnen die hen verder kunnen helpen. Verwijs hen bijvoorbeeld door naar: