Hoe groeien kinderen en jongeren op met media?
Van kleins af aan genieten kinderen van de leuke kanten van media. Naarmate ze opgroeien, kunnen en willen ze meer en veranderen ook de risico’s. Ontdek wat kinderen kunnen en waar er nog begeleiding nodig is, van de eerste babystapjes tot de laatste puberpassen.
Eenvoudige, herkenbare beelden en geluiden trekken de aandacht van baby’s. De interactie met media gebeurt eerder spontaan en toevallig. Vanaf 2 jaar bootsen ze je gedrag na, dus ook de manier waarop je omgaat met media.
Baby’s en peuters vinden alles in hun kleine wereld ongelooflijk fascinerend. Ze kijken dan ook voortdurend om zich heen. Vooral simpele, herkenbare beelden en geluiden trekken daarbij hun aandacht. Verschijnt er een leuk figuurtje op de televisie? Baby’s hebben het vast gespot, maar op deze leeftijd is alle interactie met media louter spontaan en toevallig. Voor de leeftijd van 2 jaar zullen kinderen er weinig van opsteken. Hun brein leert veel meer van de echte wereld dan van een plat scherm.
Wanneer kinderen 2 jaar zijn, leren ze zelf dingen doen: swipen van links naar rechts, een app openen, iets aanklikken en verslepen… Ook het herkennen, aanwijzen en benoemen van voorwerpen die in beeld komen begint te lukken. Vanaf nu beleven peuters ook bewust plezier aan een scherm: kinderen kunnen een tablet of smartphone nog niet zelfstandig gebruiken, maar weten heel goed wat er wel en niet leuk is om naar te kijken. Ook beginnen ze het mediagedrag van volwassenen nu na te bootsen. Welke peuter probeert er niet te bellen met de afstandsbediening van de tv?
Van 4 tot 6 jaar: kleuters
Kleuters verkennen media al spelenderwijs. Een helpende hand is daarbij welkom, want écht zelfstandig lukt dat nog niet. Als volwassene kan je media samen met hen ontdekken en erover praten.
Kleuters zijn leergierig en houden ervan om media al spelenderwijs te ontdekken, al zijn ze ook snel weer afgeleid. Schermen hebben een grote aantrekkingskracht op hen. Duwen op knoppen, swipen op een scherm, vertellen wat ze zien: ze vinden het helemaal geweldig en worden er met de hulp van volwassenen alsmaar beter in. Stap voor stap leren ze hoe schermen en toestellen werken en waar ze voor dienen. Door er zelf mee te prutsen, maar vooral door anderen in hun omgeving goed in het oog te houden.
Toch kunnen ze nog altijd wat hulp gebruiken van (groot)ouders en grote zussen of broers als ze naar een scherm kijken. Want lezen lukt nog niet en fijne bewegingen hebben ze nog niet helemaal onder de knie. Ook vinden ze het soms moeilijk om zich aan afspraken te houden. Gelukkig worden ze ook steeds mondiger: ze kunnen en durven best wel om hulp vragen.
Van 7 tot 9 jaar: kinderen
Kinderen worden een stuk zelfstandiger en vinden makkelijker hun weg bij het gebruik van media. Ze begeven zich stilaan ook online, waardoor er meer aandacht mag gaan naar kritisch omgaan met (sociale) media.
Vanaf nu kunnen kinderen lezen en schrijven. En dat opent nieuwe deuren. Ze worden daardoor niet alleen een pak zelfstandiger, maar ontdekken ook andere soorten media. Games bijvoorbeeld, en de eerste (kindvriendelijke) vormen van sociale media. Ook krijgen ze qua inhoud stilaan een uitgesproken voorkeur voor dingen die zich specifiek richten op jongens of meisjes.
Vanaf de lagere school hebben kinderen de hulp van volwassenen niet langer nodig om toestellen te bedienen of op zoek te gaan naar leuke dingen om te kijken. Ze weten wat ze willen, waar ze het kunnen vinden en hoe ze dat moeten aanpakken. Zoals een filmpje opzoeken op YouTube, je weg vinden op een website of zelf de camera openen en een video maken. Ook beseffen ze dat er zoiets bestaat als reclame. Toch staat die kritische reflex nog stevig in z’n kinderschoenen. We hoeven de hand van kinderen dus zeker nog niet los te laten.
Van 10 tot 12 jaar: tieners
Op deze leeftijd weten kinderen al goed wat ze met welke media kunnen doen. Sociale contacten worden nóg belangrijker, en grenzen worden afgetast. Het ideale moment om thema’s als cyberpesten of sexting aan te kaarten.
Kinderen blijven de online wereld verder verkennen en zullen dat ook meer en meer op eigen houtje doen. Vaak zijn media voor hen ook een manier om hun creativiteit de vrije loop te laten. Ze worden steeds beter in de vaardigheden die ze op jongere leeftijd al ontwikkeld hebben en stellen zich af en toe al eens vragen over wat ze tegenkomen. Al liggen ze er daarom nog niet meteen wakker van. Een goed moment om over dat soort dingen in gesprek te gaan: nu ze nog nét geen puber zijn, kan je een goede basis meegeven voor die rebelse puberjaren.
Online beginnen kinderen ook sociale contacten te leggen, waarbij ze algauw ‘echte’ sociale netwerken verkiezen boven kindvriendelijke varianten. Op deze leeftijd hebben kinderen de neiging om grenzen af te tasten, ook die van elkaar. Hoewel ze al beter in staat zijn om stil te staan bij wat wel en niet gepast gedrag is op het internet, lukt dat toch niet altijd even goed. Zo kunnen leerkrachten te maken krijgen met cyberpesten in de klas of ouders met ongewenste uitgaven in games en apps. Tot slot worden kinderen ook meer en meer beïnvloed door vriendjes. De laatste game? De nieuwste hype? Grote kans dat ze het moeten en zullen hebben.
Van 13 tot 15 jaar: pubers
Tieners kiezen liefst zelf wat ze doen met media, waar en wanneer. Ze gebruiken media niet enkel als ontspanning, maar ook om informatie op te zoeken. Toch kunnen ze nog wat advies gebruiken om dat slim en kritisch aan te pakken.
Het is zover: kinderen zijn nu uitgegroeid tot echte pubers. En dat betekent dat de volwassenen in hun omgeving nog minder afweten van wat ze allemaal uitspoken. Van selfies photoshoppen tot stoute foto’s sturen naar (potentiële) liefjes. Pubers bepalen namelijk graag zelf wat ze doen, wanneer ze dat doen en hoe ze dat doen. De manier waarop ze omgaan met media is daar zeker geen uitzondering op.
Op deze leeftijd gebruiken jongeren media op een aantal vlakken al op dezelfde manier als volwassenen. Pubers weten de basics over hoe je je veilig op het internet begeeft en hoe je andermans privacy respecteert. Ook kunnen ze nadenken over hoe betrouwbaar bepaalde informatie is, mits ze daarbij een duwtje in de rug krijgen. Want praten blijft belangrijk: jongeren zijn zich nog niet altijd bewust van de risico’s rond hun mediagebruik, zowel op korte als lange termijn. De interne rem van een puberbrein werkt immers nog niet zo goed, dus een beetje advies kan veel helpen.
Van 16 tot 18 jaar: jongvolwassenen
Oudere tieners stellen zich niet altijd vragen bij hun mediagebruik. Voor hen zijn media vooral een manier om te ontspannen en sociale contacten te onderhouden. Ook proberen ze via deze weg de actualiteit te volgen. Zorg ervoor dat de online wereld hen niets meer kan wijsmaken!
Intussen bevinden jongeren zich op de rand van volwassenheid. Beetje bij beetje laten wij, volwassenen, hen nu helemaal los. Terecht, want op deze leeftijd hebben ze geen boodschap meer aan strenge regels. Jongvolwassenen doen hun ding, kunnen meer verantwoordelijkheid aan en tasten minder grenzen af. Media zijn quasi onmisbaar geworden in hun dagelijkse leven: ze gebruiken het als ontspanning, om sociale contacten te onderhouden en om te weten wat er allemaal gebeurt in de wereld.
Ook op deze leeftijd blijft omgaan met media een verhaal van vallen en opstaan. Jongeren zullen af en toe nog verschieten van de gevolgen die bepaald mediagedrag met zich meebrengt. Maar laten we eerlijk zijn: ook het beste paard struikelt weleens. Vallen, opstaan en weer doorgaan!