Wat doet je smartphone met je brein?

Dit artikel is deel van Digitale balans

Ons brein past zich voortdurend aan nieuwe ervaringen en werktuigen aan, en zo ook aan de schermen die we dagelijks gebruiken. Maar is dat goed of slecht nieuws? Maken schermen ons slimmer of net dommer?

Scannen in plaats van denken

In feite hebben we 3 breinen: een archiverend brein om kennis op te slaan, een denkend brein en een primitief reflexbrein of ‘reptielenbrein’ dat razendsnel en onvermoeibaar is.

De smartphone moedigt ons reflexbrein aan om het over te nemen van ons denkend brein. We krijgen een voortdurende stroom van berichtjes, mails en informatie te verwerken, waardoor we alles in sneltempo moeten scannen en slechts oppervlakkig doornemen. Ons brein denkt dus minder na over wat er op ons pad komt.

We ontdekken meer, maar onthouden minder

Ook ons geheugen kunnen we opdelen: naast het langetermijngeheugen hebben we een tijdelijk ‘werkgeheugen’. Dat werkgeheugen gebruiken we om de inhoud van ons bewustzijn op een gegeven moment tijdelijk op te slaan, waarna we het kunnen overbrengen naar ons langetermijngeheugen.

Helaas is er maar weinig ruimte in ons tijdelijke geheugen. Met andere woorden: worden we overladen met prikkels, dan blokkeert je werkgeheugen en krijgt niet alle informatie de kans om te verhuizen naar je langetermijngeheugen.

Onthouden we wat we googelen?

Pas als we de nood voelen om iets onthouden, en het dus verplaatsen naar ons langetermijngeheugen, kunnen we verbanden leggen met alles wat we tot dan toe al geleerd hebben. En dat speelt een belangrijke rol bij het opbouwen van kennis. Uit onderzoek blijkt dat we het internet beschouwen als een soort extern geheugen: als we informatie gewoon op Google kunnen vinden, zullen we die minder snel opslaan.

Concentreren kan je (af)leren

Het klopt dat we ons slechter kunnen concentreren door onze smartphone: stiekem houdt ons brein van afleiding. En smartphones maken het ons wel héél makkelijk. Zodra we een berichtje krijgen, zullen we algauw ook onze mails checken en misschien nog even Instagram openen ook. De reden dat we zo graag afgeleid zijn, is omdat het minder inspanning vraagt dan wanneer we ons moeten concentreren op een taak.

Wist je dit al?

Mensen die zich moeilijk kunnen concentreren, hebben meer kans op depressie. Hoe minder we ons bewust zijn van ons doen en laten, hoe makkelijker we ons verliezen in piekeren en negatief denken. Ook omgekeerd gaat die redenering op: wie zich niet goed in z’n vel voelt, kan maar in beperkte mate aandacht voor iets opbrengen.

Multitasken? Niet zo slim!

“Onze hersenen kunnen maar één ding tegelijk. De ‘pling’ van een binnenkomend mailtje haalt ons brein 1,5 minuut uit concentratie, zelfs als we dat mailtje niet bekijken.”
Prof. dr. Theo Compernolle

Schermen doen ons multitasken, en hoewel dat efficiënt klinkt, is het tegendeel waar. Als we verschillende dingen tegelijk doen, moet ons brein harder werken om zich te concentreren. Door een nieuwe e-mail meteen te lezen of onmiddellijk te antwoorden op een berichtje van een collega, verdwijnt je oorspronkelijke taak naar de achtergrond.

Er kan een hoop info verloren gaan als je brein die taak opnieuw moet oproepen uit je werkgeheugen. Zodra je 7 mails of taken laat voorgaan, is je eerste taak zelfs verdwenen uit je tijdelijke brein en kan je van nul herbeginnen.

Wat doet (te veel) schermtijd met je lijf?

Te veel op je smartphone, tablet of laptop zitten kan ook fysieke gevolgen met zich meebrengen. Ontdek wat je daaraan kan doen.

sammy-williams-dibwwsoshge-unsplash.jpg

Slaap je slechter door je smartphone?

Val je moeilijk in slaap of word je ‘s nachts weleens wakker? Misschien zit je smartphone daar voor iets tussen. Ontdek waarom.

Photo by Kinga Cichewicz
Gepubliceerd op 2 mei 2021