Blijf rustig
Het is een misverstand dat alleen vreemde eenzaten geloven in complottheorieën. Als je weet dat complottheorieën zich vandaag de dag heel makkelijk verspreiden, is het geen verrassing dat ook gewone mensen ervan in de ban kunnen raken. Blijf dus rustig en ga er niet van uit dat de ander helemaal gek is geworden.
Maak geen verwijten
Probeer woorden als ‘complotdenker’ en ‘complottheorie’ te vermijden. Zo plak je geen label op de ander en start je het gesprek met een positieve houding. Doe ook geen uitspraken als “Ik snap niet hoe je dit kan geloven” of “Wat jij zegt, is helemaal verkeerd.”
Probeer het te begrijpen
Probeer je te verplaatsen in wat de ander denkt, ook al ben je 100% zeker dat je het zelf bij het rechte eind hebt. Dat kan je best doen door kritische, open vragen te stellen: “Waarom ben je daar zo zeker van?” of “Welke bewijzen zijn er daarvoor?”. Je hoeft de ander niet meteen te bombarderen met tegenargumenten.
Leg uit hoe je er zelf over denkt
Heeft de ander zijn of haar verhaal kunnen doen? Dan kan je uitleggen hoe je er zelf over denkt. Gebruik hiervoor de ik-vorm en zorg dat je objectieve argumenten en bronnen vermeldt: “Ik vraag me af of dat wel klopt, want ik zag in het nieuws dat …” of “Op een factchecking-website las ik dat …”. Het is ook oké om duidelijk aan te geven dat je het verhaal niet gelooft. Net zoals jij de overtuiging van een complotdenker moet respecteren, geldt dat omgekeerd evenzeer.
Rond het gesprek op tijd af
Je zal een complotdenker er niet na één gesprek van kunnen overtuigen dat een complottheorie onwaar is. Voel op tijd aan wanneer je het gesprek best kan afronden, bijvoorbeeld als je al je argumenten op tafel hebt gelegd of als de gemoederen verhit raken. Laat het onderwerp rusten en zet het gesprek verder wanneer de ander er een volgende keer zelf over begint.