45% geeft aan dat de technologie te snel gaat. Eén op vier Vlamingen (ook jongeren 15%) geeft aan dat ze de technologie mijden omdat ze er niet vertrouwd mee zijn of het niet snappen. Belangrijk: dit zijn niet alleen problemen die zich voordoen bij ouderen, maar ook bij jongeren (digital by birth is niet noodzakelijk digital by nature).
Digimeter 2020: de samenvatting
Zo goed als iedereen (99%) heeft volgens de Digimeter toegang tot internet en drie vierden van de Vlamingen heeft toegang tot drie of meer slimme toestellen. Hiervan blijkt de smartphone veruit het populairste toestel. Toch hoort hier meteen een kanttekening bij: digitaal connecteren staat lang niet gelijk aan digitaal functioneren.
Ook de sociaal economische status van de Vlaming speelt een belangrijke rol: gezinnen met een lager inkomen hebben minder vaak een stabiele internetverbinding en/of een computer.
Voor meer dan 1 op 5 Vlamingen is de kost voor internet en mobiele abonnementen een (te) zware last op het budget en 9% van de Vlamingen met een laag inkomen heeft geen of slechts toegang tot één smart toestel ( in tegenstelling tot een gemiddelde van 3). Deze groep ondervindt bovendien ook meer problemen en moeilijkheden met digitale vaardigheden, zoals online juiste informatie zoeken, online solliciteren of financiële tegemoetkomingen aanvragen. Voor 15 tot 25% van de Vlamingen is dit laatste (nog steeds) géén evidentie.
Klaar voor de digitale sprong?
Zo gaf 5% van de ondervraagden aan dat ze toestellen tekort hadden om online goed te kunnen functioneren. Denk aan broers en zussen die thuis één laptop of computer moeten delen om online lessen te kunnen volgen en de ouders die ook nog zelf één nodig hebben om te telewerken. Nog enkele cijfers op een rijtje:
- 64% van de Vlamingen geeft aan dat ze het coronajaar aangenamer zijn doorgekomen dankzij technologie, 38% staat door corona positiever ten opzichte van technologie.
- 45% van de Vlamingen geeft aan dat de technologische ontwikkelingen toch wat te snel gaan voor hen. Dat is een stijging van 5% ten opzichte van vorig jaar.
- 24% van de Vlamingen (en zelfs 32% van de jongeren) geeft aan dat ze niet klaar waren om plots alles (telewerken, afstandsonderwijs, …) online en digitaal te doen.
- Voor 20% van de Vlamingen (1 op 5) blijft het ontbreken van een set van basisvaardigheden (online betalen, online juiste informatie vinden, videobellen, …) nog steeds een probleem.
Blijven we zoeken naar een digitale balans?
Kanalen als Whatsapp en Facebook waren voor velen een geapprecieerde vervanging voor sociaal contact in een jaar van social distancing.
Zo goed als iedereen (98%) zit minstens wekelijks online en zo goed als iedereen (84%) gebruikt dagelijks sociale media. Er is echter een keerzijde: 61% vindt het eigen sociale mediagebruik té tijdsintensief en worstelt ermee om dat onder controle te krijgen. Een stijgend aantal Vlamingen (35%, + 2%) heeft het gevoel teveel tijd aan het smartphonescherm te spenderen en/of zich zelfs verslaafd te voelen.
Een digitale balans vinden, blijkt dus voor velen nog steeds erg moeilijk. Vlamingen passen voor zichzelf dan ook regeltjes toe om te minderen, maar die regeltjes hebben bij minder dan één op de drie echt effect. Is er nood aan meer afspraken? Of aan een soort van guideline hoe je ‘haalbare’ regels maakt, regels die je effectief kan naleven? Het is dus belangrijk – zeker vanuit ons Kenniscentrum - om te blijven inzetten op tips, tricks en bewustwording hiervan.
Liggen we wakker van nepnieuws?
Mede door corona was er in 2020 volgens de Digimeter een stijgende nood aan informatie. Meer nog, een nood naar correcte informatie.
In tijden van toenemende bezorgdheid over desinformatie lijkt de Vlaming terug te vallen op vertrouwde nieuwsmerken,hun apps en online platformen. Sociale media blijven een sterke plaats behouden in de nieuwsconsumptie van de Vlaming, maar worden steeds minder geconsumeerd als primaire bron van nieuws.
70% van de Vlamingen geeft aan bezorgd te zijn om de invloed van nepnieuws op de maatschappij tegenover 37% die bezorgd is om de invloed van fake news op zichzelf. Is dat omdat mensen denken dat ze nepnieuws wel zelf zullen herkennen? 63% geeft namelijk aan dat ze ‘het nieuws’ in het algemeen wel vertrouwen en bijna de helft (48%) controleert hoe betrouwbaar een nieuwsartikel is.
Privacy: zijn we nu echt minder bezorgd?
Amper de helft is bezorgd over z’n online privacy. Dat is een daling van 10% vergeleken met vorig jaar én jongeren zijn duidelijk minder bezorgd. Zijn mensen dan minder bezorgd om hun online privacy omdat ze het gevoel hebben dat ze er toch niet veel aan kunnen doen? Dat zou kunnen, want 68% geeft aan dat ze het gevoel hebben dat ze geen controle meer hebben over welke persoonlijke informatie over hen wordt verzameld.
Toch kunnen we niet zeggen dat er sprake is van privacy-vermoeidheid bij de Vlamingen: ze zijn er bewust en actief mee bezig. 91% onderneemt actie om zijn privacy en persoonsgegevens te beschermen. geeft Ze voelen zich misschien ook veiliger door verstrengde maatregelen als de GDPR? Ze hebben in elk geval veel vertrouwen in ziekenhuizen, banken en lokale overheden om hun persoonlijk data aan toe te vertrouwen.
Samen sterk in 2021?
We zien bij de Vlaming over het algemeen een positieve houding naar technologie toe. Maar toch zijn er, net zoals vorig jaar, enkele opvallende paradoxen:
- We blijven op zoek naar een evenwicht tussen de voordelen en de afhankelijkheid van onze smartphone en sociale media.
- We (h)erkennen de gevaren van desinformatie terwijl we toch ook graag een overvloed aan digitale nieuwsbronnen hebben.
- Er is veel bezorgdheid over online privacy, online veiligheid, controle en transparantie in wat technologische bedrijven doen met onze persoonlijke, maar toch maken we ook maar al te graag gebruik van al die datagedreven diensten.
Niet alle Vlamingen hebben toegang tot digitale media, kunnen of willen er vlot mee aan de slag gaan. Het inzetten op mediawijsheid en digitale competenties is dus belangrijker dan ooit, om iedereen mee te krijgen in de onomkeerbare technologische versnellingstendens. Nog veel werk aan de winkel dus.