De verantwoordelijkheid van de Belgische overheid
Iedereen die betrokken is bij (de opvoeding van) een kind is verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat hun rechten worden gerespecteerd. De primaire verantwoordelijkheid voor het naleven van het Kinderrechtenverdrag ligt echter bij de Belgisch overheid.
De overheid moet wetten en officiële richtlijnen opstellen om de doelstellingen van het Verdrag te bereiken, dit proces noemen we ook wel ratificeren. Dit kan op verschillende manieren:
- Kinderrechten opnemen in het curriculum op school zodat kinderen zich bewust zijn van hun rechten.
- Het bieden van ondersteuning aan ouders zodat ze hun kinderen zelf kunnen begeleiden.
- Opleggen van wetten en richtlijnen aan bedrijven om de (digitale) belangen van het kind te behartigen.
- Ondersteunen van organisaties die kinderen helpen om hun rechten te realiseren.
- Zorgen dat er effectieve middelen zijn om op te treden tegen de schending van kinderrechten bijvoorbeeld door een klachtenlijn die kinderen kunnen bellen.
Naast de overheid, hebben ook bedrijven een verantwoordelijkheid om kinderrechten te beschermen. Veelal worden deze opgelegd door de overheid, maar zelf kunnen ze ook een stap verder gaan. Wil je meer weten over de verantwoordelijkheden van bedrijven?
Wie controleert dat in België?
Het Kinderrechtencommissariaat is een onafhankelijk instituut dat controleert of de kinderrechten in Vlaanderen worden nageleefd. Alles wat het Kinderrechtencommissariaat doet staat in het teken van een goede naleving en toepassing van de kinderrechten.
Daarnaast behartigen verschillende grote organisaties de rechten en belangen van kinderen. UNICEF – het kinderfonds van de Verenigde Naties – zet zich wereldwijd in voor de bescherming van kinderrechten, ook in de digitale wereld.
Wie controleert dat buiten België?
Het VN-Kinderrechtencomité controleert of de landen, die het Kinderrechtenverdrag hebben geratificeerd, zich wel aan dat verdrag houden. Hoe doen ze dat? Ieder land moet om de 5 jaar in Genève bij dit comité verantwoording afleggen voor hun acties en genomen maatregelen. Landen worden op de vingers getikt als zaken niet goed geregeld zijn. Het comité geeft, indien nodig, aanbevelingen aan overheden over hoe zij de rechten van kinderen in hun land beter kunnen beschermen. Indien nodig kan er ook (internationale) politieke druk op dat land worden uitgeoefend.