Welke kinderrechten zijn van toepassing in de digitale wereld?

Dit artikel is deel van Kinderrechten

In theorie zijn alle kinderrechten uit het Kinderrechtenverdrag ook van toepassing in de digitale wereld. Toch zijn sommigen beter toepasbaar dan anderen op digitale technologieën. Deze 11 clusters van kinderrechten in de digitale wereld geven je een idee van de toepassing van kinderrechten in de digitale wereld.

Photo by Giu Vicente on Unsplash

In het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties is er geen sprake van toegang en gebruik van digitale media. Maar aangezien digitale media zo belangrijk zijn in onze samenleving, roepen de Verenigde Naties, staten en NGO’s actief op om universele toegankelijkheid mogelijk te maken. Kinderen zeggen zelf dat de toegang tot het internet een voorwaarde is om hun andere rechten te kunnen uitoefenen.

De huidige generatie kinderen is misschien wel de meest verbonden generatie, maar toch hebben nog heel veel kinderen over de hele wereld moeite om toegang te krijgen tot digitale media. Zelfs in landen zoals België, botsen nog teveel kinderen op problemen met het verkrijgen van toegang (zowel een toestel maar ook betaalbare en kwalitatieve internetverbinding).

De belangrijkste redenen hiervoor hebben te maken met onvoldoende financiële middelen. 19% van de gezinnen met een laag inkomen heeft geen internetverbinding. Dat komt neer op bijna 305.000 gezinnen in België. Daarnaast delen veel kinderen apparaten met gezinsleden of gebruiken ze oude toestellen om toegang te krijgen tot het internet. Deze apparaten hebben vaak onvoldoende functionaliteiten (slechte batterij, gebarsten scherm, oude software) waardoor de snelheid en de kwaliteit van hun online activiteiten beperkt zijn.

Kortom, elk kind heeft een veilige en betaalbare toegang nodig tot digitale technologie als basis om andere rechten te kunnen uitoefenen.

Ieder kind heeft recht op informatie, en daar vloeit de digitale wereld van over. Dat biedt kinderen heel wat kansen: de kans om te leren, de kans om hun mening te vormen, de kans om hun identiteit te vormen, de kans om te participeren in de online wereld ...

Maar die overvloed aan informatie brengt ook risico’s met zich mee. Nepnieuws en desinformatie zijn deel van het dagelijkse leven geworden. Kinderen en jongeren grijpen vaak naar online bronnen terug wanneer ze hun mening willen vormen. Het is belangrijk dat ze over voldoende digitale vaardigheden beschikken om online informatie kritisch te beoordelen op hun correctheid.

Informatie speelt een belangrijke rol tijdens de ontwikkeling van een kind. Daarom moet online informatie betrouwbaar, accuraat, kindvriendelijk en veilig zijn.

Ook over hun rechten moeten kinderen correcte en passende informatie krijgen. Kinderen moeten weten wat hun rechten zijn en wat ze kunnen doen wanneer deze geschonden worden.

Ieder kind heeft het recht om zichzelf online uit te drukken. Dat kan op ontelbaar veel manieren: een foto posten op sociale media, bloggen, vloggen, muziek luisteren, spelletjes spelen … Zulke persoonlijke uitingen zijn zeer bevrijdend en leuk voor kinderen. Ze kunnen hun creativiteit de vrije loop laten en ze krijgen er vaak positieve feedback op van leeftijdsgenoten.

Er is echter ook een andere kant aan die medaille: door jezelf online blootgeven stel je je open voor feedback en reacties van anderen. Die kunnen ook negatief zijn en je zelfbeeld of mentale welzijn negatief beïnvloeden. Om deze negatieve feedback te vermijden, kiezen sommige kinderen er ook voor om hun recht tot expressie online niet uit te oefenen. Als je niets persoonlijk post, kan je immers ook geen negatieve feedback krijgen.

Belangrijk is om hier de nuance mee te geven dat het recht op expressie ook zijn limieten heeft. Jouw recht op expressie, mag de rechten van anderen niet schenden. Kinderen zijn vrij om hun uit te drukken zolang als ze de rechten van andere kinderen blijven respecteren. Denk hierbij aan haatspraak, discriminatie, schending van je privacy en reputatie …

Ieder kind heeft recht op een online identiteit. Die identiteit vormen ze deels door hun recht op expressie uit te oefenen, maar het gaat ook verder dan dat.

Online is heel wat informatie te vinden, dit kan bepaalde gedachten of attitudes beïnvloeden. Onze gedachten en attitudes bepalen voor een groot deel onze acties, persoonlijkheid en identiteit. Lees je online bijvoorbeeld een blog over de CO2-uitstoot van vleesverwerkingsbedrijven en fast fashion winkels, dan kan je ervoor kiezen om vegetariër te worden en meer kleren 2de hands te kopen.

Een ander interessant aspect van sociale media en identiteit is de flexibiliteit ervan. Online kan je, makkelijker dan in de offline wereld, experimenteren met verschillende (deel)identiteiten. De zoektocht naar ‘wie je bent’ maakt deel uit van opgroeien. De online wereld biedt jongeren veel meer vrijheid en flexibiliteit om op ontdekking te gaan.

Digitale media zorgen ervoor dat jongeren nog makkelijker hun recht op vereniging kunnen uitoefenen. Via online communities kan je eenvoudig anderen vinden die dezelfde mening, passie of hobby hebben.

Jongeren gebruiken ook steeds vaker media gebruiken om te pleiten voor politieke, sociale en culturele kwesties die hun nauw aan het hart liggen. Denk bijvoorbeeld aan de klimaatmarsen die voornamelijk door sociale media een globale beweging zijn geworden.

Zoals je merkt hangen alle kinderrechten die we tot nu toe besproken hebben inherent aan elkaar vast. Zonder toegang tot het internet kan je geen informatie opzoeken om je eigen mening te vormen. Die persoonlijke mening vormt je persoonlijkheid waardoor jij je met bepaalde groepen zal identificeren. Vind je het belangrijk dat je tot die groep behoort, dan zal je je misschien wel gaan verenigen om die groepsidentiteit te beschermen.

Ieder kind heeft het recht om zich online te ontspannen. Dit raakt in veel gezinnen een gevoelige snaar want wat is er in hemelsnaam leuk aan 3 uur gamen? Toch vragen kinderen aan hun ouders om te begrijpen dat er ook positieve effecten zijn. Het zorgt voor plezier en ontspanning en leert hen sociale en cognitieve vaardigheden bij. In de realiteit merken we dat veel ouders, zeker van jonge kinderen, ervoor kiezen om die schermtijd zoveel mogelijk proberen te beperken ondanks de voordelen die kinderen zelf ervaren.

Het recht op ontspanning mag natuurlijk niet andere rechten in gedrang brengen, zoals gezondheid en educatie. Toch verwachten kinderen meer verantwoordelijkheid en inspraak in deze afweging.

Het is de verantwoordelijkheid van volwassenen, overheden en commerciële organisaties om de digitale omgeving waar kinderen zich amuseren, zo veilig mogelijk te maken.

Privacy is van groot belang opdat kinderen veilig gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die digitale technologieën hen bieden.

De schending van deze online privacy kan door verschillende partijen gebeuren:

  • Door bedrijven via het gebruiken van profielen die heel veel persoonlijke informatie bevatten zoals gezondheidsinformatie, financiële status …
  • Door ouders en leerkrachten wanneer ze bijvoorbeeld foto’s posten op sociale media zonder hun toestemming.
  • Door overheden wanneer persoonlijke gegevens op grote schaal worden bijgehouden zonder duidelijk doel.
  • Door andere (kinderen) als ze bijvoorbeeld intieme beelden doorsturen naar vrienden zonder toestemming van de persoon die op de foto staat.

Inbreuken op privacy kan je, volgens Sonia Livingstone en collega’s, opdelen in 3 categorieën:

  • Interpersoonlijke privacy zijn de onderlinge relaties tussen personen en hoe je daaraan bepaalde grenzen stelt. Online kan er sprake zijn van een inbreuk op interpersoonlijke privacy wanneer persoonlijke informatie ongewenst gedeeld wordt door anderen. Dit kan zorgen voor een negatief effect op de veiligheid, welbevinden of reputatie van het kind. Vriendengroepen maken steeds vaker afspraken over interpersoonlijke privacy: welke foto’s en filmpjes mogen gedeeld worden? Welke verhalen blijven binnen de groep? Daarnaast bespreken ook ouders dit soort privacy vaak met hun kinderen: “zet je profiel op privé”, “deel niet zomaar je telefoonnummer en adres” ...
  • Commerciële privacy heeft te maken met commerciële organisaties en doelen. Tegenwoordig kan je op elke website, app of game wel een profiel aanmaken. Maar welke gegevens verzameld worden en voor welke doel die gebruikt worden is vaak niet duidelijk. Hoewel we ons daar allemaal wel eens zorgen over maken, staan we dit vaak gemakkelijkheidshalve toe. Doe je dit niet, dan wordt volwaardig deelnemen aan de digitale wereld een pak moeilijker.
  • Institutionele privacy is wanneer overheidsinstellingen je privacy schenden. Zo is het belangrijk dat scholen en ziekenhuizen zorgvuldig omgaan met je persoonlijke gegevens en digitale medische dossiers om je privacy te beschermen.

Waar het schoentje voor veel kinderen en jongeren wringt is de schijnbare keuze. Vaak lijkt het dat je kan beslissen om je gegevens niet te delen, maar om volwaardig deel te nemen aan het online leven moet je altijd een deel van je data en privacy opgeven.

Ieder kind heeft recht op een goede gezondheid in en met betrekking tot de digitale wereld. Er zijn heel wat verbanden te leggen tussen digitale media en (mentale) gezondheid.

Een aantal voordelen zijn:

  • Online kunnen kinderen meer te weten komen over wat ‘gezond zijn’ betekent en hoe ze hier zelf voor kunnen zorgen. Denk aan of tips om examenstress te verminderen, gezonde recepten of zelfs concrete kennis over (mentale) ziektes. Hierbij is het natuurlijk wel belangrijk dat ze dit via betrouwbare bronnen doen.
  • Daarnaast kunnen kinderen online informatie vinden over moeilijk bespreekbare onderwerpen waar ze misschien moeilijk met een volwassene over kunnen of willen praten.
  • Online kunnen kinderen ook gelijkgestemden, lotgenoten of mensen met dezelfde interesses vinden. Zo hebben ze steeds een luisterend oor waar ze terecht kunnen met hun vragen of verhaal.

Een aantal uitdagingen zijn:

  • (Sociale) media en games bevatten elementen die gebruikers lang op het platform houden of aanmoedigen om veel terug te komen. Hierdoor brengen kinderen steeds meer tijd door achter hun scherm en minder aan fysieke activiteiten. Dit kan op lange termijn nadelig zijn voor hun gezondheid.
  • Online worden jongeren geconfronteerd met veel uiteenlopende en vaak ook negatieve meningen. Dit kan een impact hebben op hun mentaal welzijn. Denk aan veranderingen in het zelf- en lichaamsbeeld door haatspraak of negatieve opmerkingen. Ook cyberpesten, uitsluiting, stress om erbij te horen, ongezonde nood tot populariteit … kunnen zorgen voor een negatieve impact op de mentale gezondheid.

Ook hier is het belangrijk dat jongeren beschikken over veilige, correcte en toegankelijke informatie over gezondheid. Daarnaast is het noodzakelijk dat ze weten waar ze terecht kunnen als hun (mentale) gezondheid geschaad is of wordt.

Kinderen hebben recht op bescherming tegen alle vormen van (online) geweld en ongepaste inhouden.

  • Online geweld

We dromen allemaal van een wereld zonder online haat en gevaar, maar dat is nu eenmaal niet de realiteit. Kinderen onderling, maar ook volwassenen hebben niet altijd het beste met hen voor. Vaak beperkt zich dat tot kwetsende uitspraken, maar in uitzonderlijke gevallen gaat het over strafbare feiten (verspreiden van naaktfoto’s zonder toestemming, sextortion, grooming, haatspraak ...). Het is de verantwoordelijkheid van de overheid en organisaties om kinderen zoveel mogelijk tegen zulke situaties te beschermen. Doen er zich toch zulke situaties voor dan moeten er manieren zijn waarmee kinderen dit makkelijk en veilig kunnen rapporteren.

  • Ongepaste inhouden

Kinderen moet ook zoveel mogelijk worden beschermd tegen ongepaste inhouden zoals geweld-, terreur, en suicide beelden. Op sommige sociale media (zoals Instagram en Twitter) is het mogelijk om als gebruiker bepaalde woorden of tags te markeren zodat je geen berichten meer ziet die deze woorden of tags bevatten. Dat is jammer genoeg nog niet op elk platform het geval en ook geen waterdicht systeem om ongewenste beelden uit je feed te houden.

Gelukkig nemen gebruikers steeds vaker het heft in eigen handen om bepaalde ‘trigger warnings’ aan hun content toe te voegen. Een trigger warning is een waarschuwing dat een bericht mogelijke gevoelige of expliciete inhoud bevat (bv. beschrijving van een zelfmoordpoging of beelden van eetstoornissen). Idealiter bevat de trigger warning ook informatie over de inhoud, zo kunnen kijkers zelf een geïnformeerde keuze maken. Blootstelling aan expliciete beelden kunnen voor lotgenoten immers zeer pijnlijk (en schadelijk zijn), maar kan voor anderen ook een vorm van therapie of groei zijn.

In het Kinderrechtenverdrag staat dat kinderen beschermd moeten worden tegen economische uitbuiting. Online is het bijna onmogelijk om te ontsnappen aan reclame. Dat op zich is niet erg, maar bedrijven mogen je niet manipuleren of uitbuiten.

Nieuw online is dat kinderen soms te zien zijn in foto’s of video’s van momfluencers of family-influencers. Zeker jonge kinderen hebben vaak de kans niet om zich hiertegen te verzetten.

  • Dataverzameling

De Belgische wetgeving voorziet een kader voor zowel het gegevensbeschermingsrecht als het consumentenrecht waaraan bedrijven zich moeten houden. Daarin zijn naast algemene wetten ook elementen opgenomen specifiek voor de bescherming van kinderen. Net om deze kwetsbare groep te beschermen.

Toch worden er elke dag massa’s gegevens van kinderen bewaard. We geven daar (vaak) zelf toestemming voor, maar eerder uit een noodzaak dan vanuit een bewuste keuze. Iedereen heeft wel eens snel cookies of terms & conditions aanvaard zonder die echt te lezen. Instellingen voor een privacyvriendelijk gebruik van apps en games zijn vaak moeilijk vindbaar of te ingewikkeld. Dit weerhoudt kinderen ervan om hun recht ten volle te gebruiken.

  • Manipulatie

Bedrijven mogen natuurlijk geld verdienen met hun app of game, maar er zijn wel bijzondere aandachtspunten wanneer deze door kinderen worden gebruikt. België heeft in de afgelopen jaren veel stappen ondernomen om kinderen beter te beschermen tegen economische manipulatie. Zo is sinds 2020 in België product placement in kinder- en jeugdprogramma’s verboden zowel op televisie als andere digitale platformen. Daarnaast zijn influencers verplicht om #reclame, #advertentie of #publiciteit te gebruiken als hun content gesponsord is.

Hoewel er dus reeds heel wat stappen zijn ondernomen, valt het niet te voorkomen dat kinderen online geconfronteerd worden met commerciële inhouden (advertenties op sociale media, in-game aankopen, product placement ...). Werken aan de reclamewijsheid van kinderen blijft dus essentieel om reclame te leren herkennen en er kritisch tegenover te staan.

Kinderen groeien op met media en het maakt een onlosmakelijk deel uit van hun leven, al van jongs af aan. Willen we dat ze de nodige mediawijze competenties onder de knie krijgen, dan moeten daar aandacht en ruimte voor worden voorzien. Thuis, in hun vrije tijd, maar zeker ook op school.

Het recht op onderwijs in de digitale wereld kunnen we opdelen in 3 pijlers.

  • Digitale technologie en media maken deel uit van het onderwijs. Vlaanderen nam hierin een grote stap met de lancering van de Digisprong. Toegang hebben tot toestellen is een eerste cruciale stap om het recht op onderwijs te verwezenlijken.
  • Kinderen leren hoe ze deze toestellen en technologie kunnen gebruiken. Het is onder meer de taak van het onderwijs om kinderen digitale kennis bij te brengen. Want als je niet de nodige knoppenkennis hebt en bijvoorbeeld niet weet hoe je iets moet opzoeken, dan kan je je recht op informatie niet uitoefenen.
  • Kinderen leren hoe ze op een mediawijze manier de digitale wereld kunnen benaderen. Mediawijsheid is niet voor niets een van de sleutelcompetenties voor de eindtermen in het onderwijs. De school speelt een cruciale rol om kinderen en jongeren te begeleiden naar een actief, creatief, kritisch en bewust gebruik van digitale technologie en media.

Kinderrechtenverdrag

Benieuwd naar alle 54 artikelen met alle burgerlijke, sociale, politieke, economische en culturele rechten van het kind? Ontdek ze op de website van Unicef.

Gepubliceerd op 18 augustus 2022