Wat zijn digitale basisvaardigheden?

Dit artikel is deel van Mediawijsheid

Om je comfortabel te voelen in een digitale omgeving, heb je een aantal digitale basisvaardigheden nodig. Maar welke vaardigheden zijn dat nu precies? Samen met 13 partnerorganisaties zocht Mediawijs in 2023 een antwoord op die vraag. Het resultaat is een helder overzicht van vaardigheden die noodzakelijk zijn om deel te nemen aan de digitale samenleving, en die als basis dienen voor digitale groei en zelfredzaamheid.

Het overzicht van digitale basisvaardigheden kwam tot stand met de hulp van onder meer AGII, Atlas Antwerpen, Amal, Huis van het Nederlands, Digitaal Vlaanderen en VVSG.

Waarom deze basisvaardigheden?

De afgelopen jaren zette Mediawijs tal van projecten op om de mediawijsheid en digitale basisvaardigheden van burgers te vergroten. Maar omdat er nog geen duidelijke definitie van digitale basisvaardigheden bestond, was het moeilijk om de effectiviteit van die projecten in te schatten. Die definitie is er nu wel:

Digitale basisvaardigheden zijn de dingen die je moet weten en kunnen om goed met een computer, tablet en smartphone om te gaan. Je begrijpt hoe deze toestellen werken, je kan veelvoorkomende programma’s zoals tekstverwerkers en sociale media gebruiken, en je kan veilig surfen op het internet.
Hadewijch Vanwynsberghe
Expert meten van mediawijsheid bij Mediawijs

Daarnaast is het nu ook duidelijk welke vaardigheden er precies vallen onder die ‘digitale basisvaardigheden’. Dit biedt een handige leidraad voor toekomstige educatieve projecten en trainingen.

Voorwaarden voor basisvaardigheden

Digitale basisvaardigheden ontwikkelen is alleen mogelijk als we enkele randvoorwaarden kunnen afvinken. Het is essentieel om deze voorwaarden te waarborgen, zodat iedereen gelijke kansen heeft om zich te ontwikkelen in de digitale wereld.

Zonder toegang tot digitale toestellen kan je niet werken aan je digitale vaardigheden. Die toegang is op verschillende manieren mogelijk: je kan zelf een smartphone, tablet of laptop bezitten, maar een toestel lenen of gebruiken in een openbare ruimte (scholen, bibliotheken, musea, culturele centra, …) kan ook. De aard van die toegang heeft wel een impact. Zo is toestellen delen minder aangenaam en minder praktisch.Daarnaast is ook toegang tot het internet van cruciaal belang voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden. Ook hier zijn er meerdere mogelijkheden, zoals een vaste verbinding (via de kabel), een eigen wifinetwerk, een 4G-verbinding of een publiek wifinetwerk in een openbare ruimte.

Knoppenkennis of begrijpen hoe je een digitaal toestel gebruikt, is essentieel in een digitale wereld. Knoppenkennis gaat verder dan louter weten hoe je een toestel aan- en uitzet. Het gaat erom dat je je weg kan vinden binnen een toestel, zoals een smartphone, tablet of laptop, en dat je begrijpt waar verschillende knoppen voor dienen.

Met knoppenkennis kan je bijvoorbeeld snel schakelen tussen apps op een smartphone, het scherm van je tablet ontgrendelen of de juiste toetsencombinaties gebruiken op een laptop. Zo kan je zelfverzekerd en efficiënt gebruikmaken van digitale toestellen, waardoor je digitale basisvaardigheden sneller en beter kan ontwikkelen.

Ook kennis van basisprogramma’s op digitale toestellen is een randvoorwaarde om digitale basisvaardigheden te ontwikkelen. Dit betekent dat je applicaties en programma’s kan openen en gebruiken, instellingen kan vinden en aanpassen en bestanden kan beheren door ze te openen, op te slaan en te ordenen. Je bent ook in staat om een internetbrowser te openen en verschillende websites te bezoeken.

Dankzij deze kennis kan je effectief communiceren, informatie zoeken en beheren en creatief zijn met digitale media.

Toegang en technische kennis zijn niet het enige wat telt in een digitale omgeving. Ook de juiste attitudes en de wil om bij te leren zijn belangrijk om digitale vaardigheden onder de knie te krijgen. Dit houdt in dat je ervoor openstaat om digitale toestellen te gebruiken en dat je bereid bent om nieuwe dingen te leren. Motivatie is hierbij cruciaal, omdat dit de wil stimuleert om digitale vaardigheden te ontwikkelen.

Experimenteren en fouten maken vormen een natuurlijk onderdeel van het leerproces, net als hulp vragen wanneer dat nodig is – of het nu gaat om technische ondersteuning of om begeleiding bij nieuwe digitale concepten. Ook dat vraagt om een positieve en leergierige houding.

Alle digitale basisvaardigheden

We kunnen de digitale basisvaardigheden onderverdelen in de verschillende categorieën van het Mediawijs Competentiemodel: informeren, commmuniceren/interageren, creëren, amuseren en verweren.

Deze lijst van digitale basisvaardigheden is niet alleen essentieel in het dagelijks leven, maar ook binnen een professionele of educatieve context. Door deze vaardigheden te ontwikkelen en bij te houden, kan je efficiënter werken met digitale media en zorg je er tegelijk voor dat je veilig blijft online. Ook kan je problemen die je ervaart in een digitale omgeving beter oplossen.

  • Zoeken en vinden van informatie. Zoekmachines vinden en gebruiken, onder meer door het gebruik van een geschikte zoekterm.
  • Navigeren op een website. De weg vinden op verschillende websites: weten waar je moet kijken om een menu te raadplegen, hoe je filters kan gebruiken of waar je contactgegevens kan terugvinden.
  • Analyse en evaluatie van bronnen. Het vermogen om de betrouwbaarheid van online informatie in te schatten en te selecteren wat nodig of relevant is.
  • E-mailgebruik. E-mails opstellen, verzenden en beantwoorden, inclusief bijlagen.
  • Digitale gespreksvaardigheden. Een bericht via chat-apps (bv. WhatsApp of Messenger), een smartphone of een videocall versturen, ontvangen en beantwoorden, inclusief het versturen van bestanden zoals foto’s.
  • Digitale interactievaardigheden. Gebruikmaken van communicatiekanalen van je school (bv. Smartschool), je werk (bv. Teams), de overheid (bv. formulier e-administratie, itsme) en de gezondheidszorg (bv. een online afspraak maken).
  • Basisnotie sociale media. Weten wat sociale media zijn en wat je ermee kan doen (zonder ze zelf te gebruiken).
  • Netiquette. Respectvol in interactie gaan en onrespectvol gedrag online (bv. cyberpesten, haatspraak) herkennen.
  • Basis tekstverwerking. Tekstdocumenten opstellen, bewerken en opslaan met behulp van tekstverwerkingssoftware zoals Microsoft Word of Google Docs.
  • Beelden maken. Foto’s en video’s maken.
  • Basis mediaconsumptie. Diverse vormen van digitale media zoals video's, muziek, en podcasts vinden, bekijken en consumeren.
  • Privacybewustzijn. Privacy-instellingen op sociale media en andere platforms begrijpen, weten wat cookies zijn en persoonlijke gegevens online beschermen.
  • Logica van sterke wachtwoorden beheersen. Weten wat een sterk en veilig wachtwoord is en dit aanmaken en gebruiken.
  • Bewustzijn rond cybersecurity. Phishing-pogingen, malware en andere cyberbedreigingen herkennen en weten hoe je ze kan vermijden.
  • Online reclame herkennen. Weten dat online reclame verschillende vormen kan aannemen en deze vormen ook herkennen.
  • Problemen definiëren. Herkennen dat een probleem zich voordoet en erkennen dat je de kennis en vaardigheden hebt om het op te lossen.
  • Technische probleemoplossing. Basisvaardigheden in het oplossen van technische problemen zoals toestellen opnieuw opstarten, wifinetwerken instellen en terugkeren in een toepassing.
  • Hulp zoeken of vragen. Zowel offline als online hulp durven zoeken en vragen. Dit houdt ook in dat je weet waar je terechtkan voor hulp (bv. als je het slachtoffer bent van phishing).
Gepubliceerd op 30 september 2024