Waar komt het vandaan?
Pubers zijn volop op zoek naar hun identiteit. Complottheorieën en andere overtuigingen vormen daar een belangrijke bouwsteen van. Ga na waarom de jongere gelooft in de complottheorie en wat dit precies zegt over hem of haar.
Ga open in gesprek
Luister naar de ideeën van de leerling en stel vooral veel vragen, zoals “Kan je dat uitleggen?” en “Waarom denk je dat?”. Betrek ook de rest van de klas erbij. Stel bijvoorbeeld een algemene vraag als “Hoe kan je nagaan of deze theorie wel of niet waar is?”. Stimuleer de leerling ook om het van andere kant te bekijken: “Wat zou iemand zeggen die het niet met je eens is?”
Laat ook je eigen waarheid bevragen
Het is niet eenvoudig voor jongeren om hun eigen ideeën in vraag te stellen. Wees bereid om hetzelfde te doen: laat leerlingen kritische vragen stellen over jouw en elkaars overtuigingen, en leer hen zo om open te staan voor de twijfels van anderen.
Focus op de aantrekkingskracht
Complottheorieën verdelen de wereld in goed en kwaad, in ‘wij’ en ‘zij’. Dat is meteen ook de grote aantrekkingskracht ervan: het is fijn om deel uit te maken van de ‘goede’ groep, die de slechteriken kan ontmaskeren. Leg uit waarom we zo graag geloven in complottheorieën.