Haatspraak is een aanslag op het mens-zijn
Haatboodschappen vloeien meestal voort uit onverdraagzaamheid. En vaak zorgen haatboodschappen ervoor dat anderen niet volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving.
Zo kan haatspraak niet alleen leiden tot discriminatie, racisme en geweld, maar ook de manier van denken en doen bij slachtoffers beïnvloeden. Sommigen durven niet meer deel te nemen aan het openbaar debat of zichzelf te tonen zoals ze zijn.
Haatspraak beïnvloedt het welzijn van slachtoffers
Het effect van impliciete en expliciete haatboodschappen wordt soms onderschat. Slachtoffers van racisme geven nochtans vaak aan dat ze psychisch zwaar lijden. Bij kinderen kan racisme zelfs grote effecten hebben op hun ontwikkeling en ook in hun latere leven nog sporen nalaten.
Daarnaast kunnen haatboodschappen die oproepen tot geweld ook fysieke en materiële schade toebrengen aan slachtoffers.
Haatspraak vervaagt de norm
Als niemand tegen haatspraak ingaat, lijkt het alsof we haatboodschappen simpelweg tolereren. Haatboodschappen worden deel van het dagelijkse leven en dus genormaliseerd. De kans bestaat zelfs dat sommigen de boodschappen zullen beschouwen als ‘gewoon’ of gaan geloven dat foute omschrijvingen waar zijn.
Op die manier worden sommige groepen in onze samenleving steeds meer aangevallen en geviseerd. Zo ontstaat een vicieuze cirkel van discriminatie en polarisatie, die kan leiden tot directe confrontaties tussen mensen en groepen.