Kwetsbare groepen in een digitaal Vlaanderen

Onderzoek
Dit artikel is deel van Digitale inclusie

Sinds corona is er een ware digitaliseringsgolf aan de gang: zowel overheden, het onderwijs als de privésector schakelen massaal over op een digitale werking en digitale diensten. Toch komen er vanuit de bevolking signalen dat niet iedereen kan volgen. Een onderzoek van UGent en VUB werpt licht op de kwetsbare doelgroepen en hoe zij in dit digitaal tijdperk (systematisch) uitgesloten worden.

Dit is een onderzoek van imec-mict Ugent en smit VUB

In dit onderzoek werd digitale ongelijkheid bevraagd aan de hand van drie vormen van uitsluiting:

  • het al dan niet hebben van toegang tot toestellen en internet
  • het al dan niet hebben van vaardigheden om online te kunnen functioneren 
  • het al dan niet kunnen gebruiken van digitale toepassingen

De nadruk ligt op de verschillen tussen inkomensarme en niet-inkomensarme respondenten, alleenstaande en niet-alleenstaande respondenten, en tussen respondenten met en zonder een diploma hoger onderwijs. Op basis van bovenstaande drempels kwamen de onderzoekers tot drie uitgesproken vaststellingen.

Dit onderzoek hield in het bijzonder rekening met digitaal kwetsbare groepen die traditioneel onder-gerepresenteerd worden in bevragingen over ICT. Hiervoor werden zowel online als papieren vragenlijsten verstuurd via onder andere socio-economische organisaties en sociale media.

Toegang tot digitale toestellen en internet

± 1 op 5

van de inkomensarme respondenten (19,7%)

bezit geen computer, laptop of tablet (geen van de drie). Dat in vergelijking tot slechts 3% van zij met een hoger inkomen.

12,4%

van de alleenstaanden

bezit geen toestel, tegenover opnieuw 3,6% van de niet-alleenstaanden.

> 1 op 10

respondenten zonder hoger diploma

bezit geen toestel. Dat is maar liefst 5 maal hoger dan bij de respondenten die wel dit diploma behaalden.

Verder werd ook gepolst naar de toegang tot vast en mobiel internet en het bezitten van een smartphone. De resultaten waren gelijkaardig en telkens in het nadeel van de kwetsbare groepen. Toegang tot digitale toestellen en internet is dus (veel) minder vanzelfsprekend voor mensen met een lager inkomen, alleenstaanden en/of mensen zonder een diploma hoger onderwijs. 

Digitale vaardigheden

Wanneer we hier spreken over digitale vaardigheden, gaat dit over het kunnen online informatie opzoeken, online informatie begrijpen en online problemen oplossen. Ook hier zien we opnieuw dat de drie kwetsbare doelgroepen in veel mindere mate al deze vaardigheden beheersen. We zoomen even in op de cijfers over ‘online informatie begrijpen’: 

  • Maar liefst 35.5% van de inkomensarme respondenten geeft aan over lage vaardigheden te bezitten. 
  • Bij de alleenstaanden gaat het over 24.6% en bij de respondenten zonder diploma hoger onderwijs 24.1%. 
  • Ter vergelijking, bij de personen met een hoger inkomen (6.3%), niet-alleenstaanden (8.1%) en mensen met een diploma hoger onderwijs (4.5%) liggen deze aantallen steeds tussen de drie en de zes maal lager.

Internetgebruik en gebruik van essentiële online diensten

De bestaande digitale ongelijkheid in Vlaanderen uit zich ook sterk in de mogelijkheden tot ICT-gebruik. Hiermee bedoelen we internet gebruiken voor praktische zaken en de mogelijkheid om basisnoden te vervullen via het internet, zoals de mogelijkheid om via internet dagelijkse administratie te regelen, naar werk of huisvesting te zoeken, financiële tegemoetkomingen aan te vragen, etc. 

Het percentage inkomensarme respondenten en respondenten zonder diploma hoger onderwijs dat zich niet in staat acht via het internet werk te zoeken ligt 5 maal hoger dan zij die wel een hoger inkomen of een diploma hoger onderwijs bezitten. Een pakkend voorbeeld van hoe digitale drempels en maatschappelijke uitsluiting elkaar kunnen versterken. 

Wat leren we hieruit?

Deze studie legt pijnlijk bloot hoe bij inkomensarme respondenten, alleenstaande respondenten en respondenten zonder diploma hoger onderwijs de tekorten tot ICT-toegang, digitale vaardigheden en ICT-gebruiksmogelijkheden steevast twee tot zesmaal hoger liggen.

Hoe moet het nu verder? 

Om de digitale ongelijkheid in Vlaanderen te verkleinen doen de onderzoekers drie concrete aanbevelingen:

  • De overheden moeten blijvend investeren in betaalbare ICT-toegang voor kwetsbare personen en gezinnen.
  • Kwetsbare doelgroepen moeten ondersteund worden bij de digitale dienstverlening, en een niet-digitaal aanbod moet gewaarborgd blijven.
  • Er dient structureel te worden ingezet op leerpunten waar burgers verschillende digitale toepassingen leren gebruiken en hun ICT probleemoplossende vaardigheden worden aangescherpt.

Meer weten?

Benieuwd naar het volledige rapport? Dat kan je terugvinden op de website van MICT

Gepubliceerd op 25 november 2021