In dit onderzoek werd digitale ongelijkheid bevraagd aan de hand van drie vormen van uitsluiting:
- het al dan niet hebben van toegang tot toestellen en internet
- het al dan niet hebben van vaardigheden om online te kunnen functioneren
- het al dan niet kunnen gebruiken van digitale toepassingen
De nadruk ligt op de verschillen tussen inkomensarme en niet-inkomensarme respondenten, alleenstaande en niet-alleenstaande respondenten, en tussen respondenten met en zonder een diploma hoger onderwijs. Op basis van bovenstaande drempels kwamen de onderzoekers tot drie uitgesproken vaststellingen.